De eerste stop: Villasimius

Vanaf het vliegveld reden we direct door naar het zuiden. Onze eerste stop was Villasimius, een rit van ongeveer 3 uur. Halverwege stopten we in het dorpje Orgosolo, dat wereldberoemd is om zijn indrukwekkende streetart (murales). Op het centrale plein vonden we een foodtruck, Gustos de Orgosolo pratobello 1969, die broodjes en planken met lokale lekkernijen verkocht. We kozen voor de plank en dat was een schot in de roos: heerlijke lokale producten!

Villasimius is een gezellig dorpje dat vooral ’s avonds tot leven komt. Overdag is het er rustig, omdat iedereen op de stranden rondom het dorp te vinden is. Wij bezochten er ook een paar en waren direct verliefd op het witte zand en het knalblauwe water. We bezochten de wijngaard Colline del Vento. We kregen een rondleiding en deden een proeverij. Ze maken daar drie soorten wijn: wit, rood en, heel bijzondere, oranje wijn.

De stranden van Villasimius

Je bezoekt Villasimius niet voor het dorp zelf, maar vooral voor de vele stranden in de omgeving. De regio staat erom bekend de mooiste stranden van Sardinië te hebben. Wij bezochten de volgende plekken en raden ze stuk voor stuk aan:

• Spiaggia di Porto Giunco: Dit is een groot strand met prachtig helder water. Het is er wel erg massaal, dus daar moet je tegen kunnen.

• Spiaggia del Riso: Toen wij er waren stond er veel wind, maar het uitzicht is top. We hebben hier geluncht op de camperstop, gewoon in de achterbak van de auto met uitzicht op zee.

• Spiaggia Cala Caterina: We zijn niet op het strand zelf geweest, maar hebben een alternatief ontdekt. Als je de auto in het dorpje parkeert en de straat uitloopt, kom je op een heel smal strandje in dezelfde baai. Heel mooi, en op een paar locals na hadden we het bijna voor onszelf.

• Spiaggia di Solanas: Een mooi breed strand met opnieuw heel helder water. Hier hebben we heerlijk een ochtend gelegen voordat we naar Cagliari vertrokken.

Onderweg van Villasimius naar Cagliari kom je langs de kustweg tal van baaitjes en strandjes tegen. Het maakt eigenlijk niet eens zoveel uit waar je precies stopt, want alles ziet er even mooi uit. Gewoon de auto parkeren waar je een leuk plekje ziet en even genieten van het uitzicht!

Restaurants in Villasimius

Overdag is er in het dorp zelf weinig te doen, maar ‘s avonds verandert het in een levendig plekje vol barretjes en restaurants. Wij vonden de sfeer in het dorp erg leuk. Dit zijn onze tips voor eten en drinken:

• Blanco Cafè Villasimius: De perfecte plek voor het ontbijt. Een cappuccino en een croissant kosten hier maar € 3,50.

• Bar la Tartana: Hier hebben ze heerlijke pizza’s en een mooi terras waar je fijn kunt zitten.

• Baccusardus Wine Bar: Een hele leuke wijnbar. Ze schenken goede wijnen en maken heerlijke borrelplanken klaar.

Parkeren in Villasimius

In het dorp zelf moet je betaald parkeren, maar wij hadden het geluk dat we de auto gratis bij onze accommodatie konden parkeren. Bij de stranden werkt het wat anders: je koopt daar een parkeerticket voor € 10,- per dag. Het grote voordeel is dat dit ticket geldig is voor de hele gemeente. Je kunt dus met dat ene kaartje op verschillende stranden parkeren, wat ideaal is als je meerdere baaitjes op één dag wilt bezoeken.

Struinen door Cagliari

Na twee nachten Villasimius reden we door naar de hoofdstad: Cagliari. We bleven hier weer twee nachten slapen. De volle dag die we hadden, hebben we vooral besteed aan het struinen door de oude stad. Het zit daar vol met mooie straatjes en smalle steegjes waar je heerlijk doorheen kunt dwalen. We liepen naar het Bastion van de Heilige Remigius. Dit is een indrukwekkend bouwwerk en vanaf de top heb je een geweldig uitzicht over de hele stad. We sloten de dag af op een van de terrasjes met uitzicht; het eten was er echt heerlijk.

Geen viskuit, maar pizza in Cabras

We vervolgden onze weg naar Cabras, een dorpje aan de westkust. Dit dorp staat vooral bekend om de bottarga di muggine, een lokale specialiteit van gedroogde viskuit. Eerlijk gezegd trok dit niet echt onze aandacht, dus wij kozen voor een klassieke Italiaanse maaltijd: pizza. In de buurt van Cabras liggen de stranden van Mari Ermi en San Giovanni di Sinis. Wij bezochten Mari Ermi en genoten verder van de rust bij ons hotel, Villa Canu.

Ook op Sardinië zit het weer wel eens tegen. Toen het regende, zijn we naar Oristano gegaan. Deze stad heeft een charmant middeleeuws centrum met de kathedraal van Santa Maria Assunta en de Torre di Mariano II. We hebben er wat rondgelopen en een cappuccino gedronken op een terrasje. Na een paar uurtjes heb je de stad wel gezien en zijn we weer lekker teruggegaan naar Cabras.

Alghero

Palau

Calagonone

Porto San Paolo